Het oorspronkelijke doel van onderwijs om de mens te verheffen wordt belangrijker dan ooit. Niet meer de vraag vanuit de arbeidsmarkt maar het verkrijgen van geestelijk evenwicht en het ontwikkelen van emotionele intelligentie van kinderen moeten het uitgangspunt worden. De vaardigheden kritisch denken, communicatie, samenwerking en creatief denken worden cruciaal. De kern van onderwijs wordt om jonge mensen te leren ontdekken welke talenten zij hebben, wat hun belangstelling heeft, en waar ze gelukkig van worden (‘het hoogste wat je kan worden is jezelf’), en een aantal sociale vaardigheden te ontwikkelen die hen in staat stelt om maatschappelijke betekenis te hebben. Gebruikte termen hiervoor zijn onderwijs op maat, leerling-gestuurd leren en betekenisvol leren.

Scholen moeten weer onderdeel worden van de samenleving, in samenwerking met ouders, grootouders, bedrijven als autogarages en publieke organisaties als de Plantsoenendienst en Staatsbosbeheer, en geen lesfabrieken die overheidspropaganda reproduceren.